Paneel van Susana Wald (Mexico), 2020
I
elke deur heeft twee kanten de ene naar deze kant en de
andere
volwassen en toch nog kind dat je hebt niet hebt dat je beet pakt
het vast pakt niet helemaal beet pakt prettig op je knieën
de goden van repliek dienend met sekspraat wat je uiteindelijk
terug krijgt naarmate de dagen moeilijk worden kom en zeg het
nieuwe jaar
begint het is het koude jaargetij de droom is niet langer
gericht
op visioenen de muze was niet toen maar is nu omdat
er een tekort schuilt in een voortgaande steeds herhaalde
ommekeer want
het delen van een woning wordt van binnenuit verlicht jouw
kamers zijn mijn kamers
niettegenstaande dat afmetingen wel of niet benauwend of
plezierig zijn als je mij bij mijn nek naar je toe trekt met
een kous als band
van voren of van achteren vindt je pik een goede ontvangst
bij mij soms
zeg ik als je doorgaat met patronen te volgen structuren die werden
afgewezen
door mij die dagelijks begint te leven terwijl jij de strop strakker
aantrekt mij vast pakt
tegen je aan onverschillig of de kleuren wisselen die nagels
kerven in een hand
maak ze vloeibaar als de rituelen beginnen ga maar door nu
mag je stoppen
door afwisseling in te wisselen voor substitutie proberend
ons beiden te vervangen
dat doen we dan het mechanisme is inbegrepen de tong krijgt
diepe wortels naar binnen
van buiten jeukt de keel de sterren ontploffen in de nacht ze
trekken samen overdag
elke deur heeft twee kanten de ene naar deze kant en de
andere
II
afwezigheid aanwezigheid van handen
om je heen voel de aderen neurie
binnensmonds dat is ingehouden genot
stevig nu niet losjes maar kom dan
en raak dan tot komende toppen
van begeerte al zoekend niet alles tegelijk
volledig
ben je in je
mooie lijf
je wordt
volkomen
ondanks je geslotenheid die blijkt
als de rolluiken neer zijn
voor je eigen licht beweeg je niet
blijf je de baas van je licht het stroomt
uit je geslacht de bevestiging van je genot
is een continuüm
die slingert en
verbindt de lange
keten die zich ontplooit
tot
een nieuwe stem
diep binnenin schaf daarom twijfel af
ontken vernieling als
ritueel
en stel de vraag: waar is
genot? antwoord: het leeft met
de morgenster in een bokaal van kristal
vraag:
wie zei dat voor het eerst?
antwoord:
César Moro
vraag: kan behoefte worden begrepen?
antwoord: jazeker als de stem
gesnapt wordt tussen twee deuren
herhaal de vraag:
kan behoefte worden begrepen?
daar is geen antwoord op
laatste vraag: wie was de beste spreker?
antwoord:
Ovidius
dan gaan wij door met de gebeden
terwijl innerlijk en uiterlijk worden
bezield met de wezens getekend
op het oppervlak van aardewerk
wanneer de Grote Profeet wellicht
de gravin van Dia of misschien
een onbekende hardop
de zwart-op-okerkleurige
variaties zingt en plechtig verklaart:
wat een geluk, ik ben
dol op liefde
III
hier is mijn begerigheid die zich sindsdien herhaalt
met
de tong
gericht op de vingers die beelden maken van klei
kommen die het vocht uitschenken de overdreven
inversies van hun dijen zijn het enige dat blijft
van de mannen die strijders waren in gevecht met
hun spookbeelden
welke
lingua dan ook
steeds
weer de tong
ja
alweer de tong
de tong altijd omgeven door lippen rondom
klanken die zich vermenigvuldigen tussen zijn benen
nu daartussen de binnenkant buiten is
elke
deur heeft twee kanten
de
ene naar deze kant en de andere
bij herhaling op deze dag wortelt de tong
nog dieper in zichzelf om te zeggen
goede morgen waardoor het in haar vida daagt
en de dagen duidelijk worden veranderd gevormd
door de bazige liefde de glinsterende weefsels
glanzen en trillen in nog vreemdere ruimten
gevlochten koorden van metallisch katoen binden de
minnaars samen tot een eenheid genaaid tot stevig
weefsel zodat de beproevingen en de lichtheid
het weefsel vormen dat we delen
onmogelijk
is
mogelijk
laten we dus deze twee lijven ontbloten vriend als
je maar een kwart had van de hunkering die mij nu bevangt
zoals je keel kan samentrekken bij plezier
over het geluid van naderende lippen die de
geletterde woorden vormen die jou toeschreeuwen
dat
de achter- en voorkant
van
de tijd voorbij is
en
opnieuw begint
elke deur heeft twee kanten de ene naar deze kant
en de andere de vuren zijn ontstoken ze
verlichten de sneeuw op dagen die
zijn aangegeven door een hand die je niet ziet
maar wel bezielt
elke
deur heeft twee kanten
de
ene naar deze kant en de andere
nogmaals laten we zeggen er is vuur midden in
het leeuwenhart het sterrenbeeld fonkelt
het stroomt uit de horizontale schemer en de vacht
van de grote kat is de voering van oeroude tempelmuren
van geglazuurde afgebrokkelde baksteen
ze
vertellen het verhaal
van
mannengedram
vol begeerte die beelden in geelachtig oker
op zwart herhalen de strijders altijd met
zovelen tegelijk toeslaande lichaamsdelen die
heel gelijkend zijn omdat mannen ze tekenden
en geen vrouwen want die spraken zonder stem
hun
hongerige
stemmen
waren
zelfs
zwak
stilte overweldigde de stemmen een speciale
intonatie klonk door een behoefte aan genot begeerte
om de tong te wekken uit zijn slaap wakker te maken voor
wellust voor verrukking en vooruit dan maar
elke
deur heeft twee kanten
de
ene naar deze kant en de andere
***
© 2020, Beatriz Hausner, Toronto
Vertaald
uit het Engels (Canada) door Laurens Vancrevel
_________________
Noot
van de vartaler: Deze cyclus is ontleend aan de bundel Beloved
Revolutionary Sweetheart van Beatriz Hausner, Verschenen bij Book*Hug
Press, Toronto, 2020. In deze gedichten zijn zinsneden opgenomen van de Romeinse
dichter Ovidius (uit zijn Fasti en
uit de Metamorphoses) en van de
Occitaanse troubadours Beatriz de Dia en Guilem IX d'Aquitaine.