WIEL KUSTERS - TWEE SCHEDELS PRATEN OVER ENSOR


 

'Laten we naar Ensor in Oostende gaan.
Uitbundig lacht de dood  in het verschiet.
Je warmt je nog zo lekker aan de maan,
alsof dat sikkeltje je ongeschoren liet.'

"Ik heb die namen net niet goed verstaan,
maar samen onderweg, ach, geeft dat niet,
zolang we hier en daar maar blijven staan...
De kaart is groter dan je reizend ziet."

'Ensor, James. Dichtbij maar ook veraf.
Als achter maskers verhult hem elk doek.
Hij kon zichzelf niet zijn tenzij als schulp.'

"Gesloten, maar zijn lippen riepen: 'Hulp!'
Misschien is dat waarmee ik jou soms zoek.
Zijn graf... Weet jij, waar legde hij zich af?"

'Eropaf!'

– naar aanleiding van de tentoonstelling 'James Ensor. Dromen van parelmoer', Kunstmuseum aan Zee, Oostende