IK DROOMDE DAT
Ik droomde dood dat ik nog bleef
leven zolang ik niet ontwaakte
alsof ik levenloos maakte
dat ik nu nog leef.
Mijn lichaam door daglicht bewogen
opende langzaam zijn ogen
en bewoog toen zijn lichaam met
zijn twee benen uit bed,
en dacht: Zolang ik het ontbijt
nog net als gisteren bereid
en naar dezelfde zitplaats loop,
en ik ook nog vaak te vaak
dezelfde soort gedichten maak
is er nog hoop.
3 april 2013
MUZETJE
Een muzetje van twee drie pond,
schattig, ijverig, en spiernaakt,
vloog vroeger onze kamers rond.
Daar had ik versjes door gemaakt.
Zij was opeens verdwenen
en ik onbedaarlijk leeg
wilde niet huilen maar wenen,
kotste haast stenen en zweeg.
Er viel mij niets meer te binnen
en doordat ik ze zelf bedacht
vielen wegstervende zinnen
aan scherven in de nacht.
Ik woelde in bed toen ik haar
nabijheid weer voelde maar
vanwege niets, vanwege
alles had ik haar intussen
onder mijn kolkend kussen
plat gelegen.
4 april 2013
OM TE ZINGEN
Zing dit met een saaie ploeg
op een saaie melodie,
want mij is alles zonder die
al erg genoeg,
hoe wij zes en twintig dagen
gescheurd uit elkaar
zes en twintig dagen,
drie maanden
en zeven jaar
zo gescheurd uit elkaar
kan ik nog niet verdragen.
Hoe in godsnaam was Hitler gebeurd
blijf ik te vaak liggen zeuren,
weer eens uiteen gescheurd,
en kan dat opnieuw gebeuren.
zes en twintig dagen,
drie maanden,
en zeven jaar,
ik zou haast vragen
is er ooit iets anders gaande.
Nee maar zing maar.
6 maart 2013
WIE KAN ZOIETS
VERDRAGEN
Twee duizend veertig,
Kenia;
op dertig maart komen
acht olifanten tussen
de bomen
tevoorschijn, en in
een rij
lopen zij
op hun schijnbaar
trage
manier in vier dagen
naar vliegveld
Nairobi,
en daar
staan al twee
vliegtuigen klaar.
De reis is duur
maar al betaald.
Na ongeveer elf uur
Dallas/Fort Worth, men
daalt.
Stil en tactvol wordt
de groep door de
airport
langs immigratie
geleid.
Ze hoeven niet in de
rij te staan
en in korte tijd
daar gaan
de acht in vijf dagen
zonder de weg te
vragen:
Ai ten, bij Summit
afslaan,
Texas Street, en daar
staan
de acht op tien april
naast elkaar
doodstil
voor Trinity Terrace
want daar
woonden wij.
Ze willen geen voedsel,
geen water,
en de volgende dag
rechtsomkeer,
op twintig april zijn
ze weer
thuis.
Elk jaar, elke keer
dezelfde dagen.
Wat een eer, wat een
eer.
Ik kan het niet
verdragen.
22 februari 2013
Leo Vroman (1915), dichter, schrijver, tekenaar, schilder, bioloog en hematoloog, woont met zijn vrouw Tineke in Fort Worth, Texas. Voor zijn poëzie ontving hij de P.C. Hooftprijs en andere onderscheidingen.