(fragmenten)
met penseeltekeningen van
Rik Lina
Die erg grote
leegte
De kamer
rechts van de voordeur, waar niemand het bestaan van wist, was bestemd voor het
onderbrengen van haar leegte. Daarin was niets dan haar hartvormige lijf met de
grote holte binnenin haar buik. Die gaf haar droefheid weer en veranderde
steeds van omvang ook al bleef de vorm ervan hetzelfde, alsof die bedoeld was
om eeuwig zo te blijven. Iedereen voor wie het een levensdoel was om haar raad
te geven, beweerde met grote stelligheid dat de omvang van dat lege
lichaamsdeel van haar iets tijdelijks was. De meesten die er zo over dachten
waren vrouwen die de Godin dienden, de geheime heerseres van de wereld, wier
macht bestond in haar opvatting dat het on-voortdurende de natuurlijke waarheid
was.
In haar zwartste ogenblikken dacht
zij over zichzelf: die grote lege holte binnenin haar, dat was haar baarmoeder,
dezelfde die haar dochter eens had omvat toen kieming en baring haar leven
vulde.
Huisgoden
De
zitkamer leek plotseling een woestenij, alsof alle bewoners zich helemaal
hadden uitgeleefd omdat hun haren hun uiterlijk schenen te overheersen. Het was
nacht, en zelfs de man die de sleutels van het huis had was op, slapeloos en
klaarwakker; hij keek peinzend naar de vreemde plant die midden in de gang
groeide. Hij vroeg zich hardop af wat de herkomst van deze plantensoort was.
Hij dacht dat het knolvormige plantaardige object wel eens een nieuwe
incarnatie zou kunnen zijn van de god Tutunus,
van wiens eigenschappen de vroege Christenen hebben gegruwd, maar wiens
grenzeloze nut voor de vrouwen van het huis zich steeds opnieuw had bewezen in
de loop van de tijd. De vrouw des huizes keek door de voordeur naar binnen. Zij
had zich, evenals haar schaduwen, veranderd in een maine-coon-kat, eentje van de gangbare soort, in de hele buurt
bekend om haar hartstochtelijke affaire
met de raccoon-man, al had die wel haar
reputatie aangetast. Niettegenstaande deze achtergrondinformatie en de vele
betekenislagen die dit voorval bezat, was alles wat de huiseigenares van de Rue
du Château te berde kon brengen: ‘Daar is, op het aller-ongelegenste moment,
een dubbelganger van me, losgeslagen, sekseneutraal.’ Niemand anders in de
kamer hoorde haar die beladen woorden uitspreken, want het was algemeen bekend
dat ze maar al te graag deelnam aan het geheime leven van planten.
L.Th. Lehmann
Als hij
de kamer binnenkomt voelen wij magische kracht onder zijn hoed. Een vlam kan op
elk moment gaan branden aan het uiteinde van zijn wandelstok, die hij nu
gebruikt als een steunpilaar, alsof hij de trekkracht van de moeder die ons
roept om naar een sterker middelpunt te gaan wil weerstaan.
Hij
neemt deel aan de tentoonstelling samen met zijn Alida, een moderne Vestaalse
van de tempel waarin we de projecten voortzetten van onze voorgangers,
doorgaans priesters, geneigd om de mogelijkheden tot vernieuwing af te wijzen
binnen de beperkingen die zij erfden van de vaders en hun dochters.
Louis is
niet veranderd. Hij blijft dezelfde als degene die ons huis aan de Rue du
Château heeft bezocht, terwijl de oorlog woedde buiten het reservaat. Daar kwam
hij in het geheim samen met Theo, Emile en Chris, de voornamen van de verwante geesten
van zijn jonge jaren: zij droegen de vlam, terwijl verder alles aan de
weegschaal bleef hangen. Er waren geboxte lucifers, gedichten en tekeningen,
die een onzichtbare hand van de vernietiging redde, voordat hij zich terugtrok
in zijn nevenbezigheden.
Jaren
lang, zo zeggen de deskundigen, besteedde hij zijn tijd om diep in de wateren
van de Middellandse Zee te graven, speurend in scheepswrakken die gezonken waren
in andere oorlogen, zeeslagen tegen de vijanden van Theodora, eeuwen geleden.
‘Er was het probleem van Byzantium,’ zegt hij met dat merkwaardige keelgeluid
dat landgenoten van Spinoza hebben bij de modulatie van hun stembanden, ‘en
later, de aangroei van zeepokken op het hout, zoals te zien was in de een of
andere film.’ Zijn stem sterft weg, terwijl zijn blik wordt gericht op een
andere tijd, opnieuw het detail van een kop ziende dat gebeeldhouwd is in het
loodzware anker, opgedoken van de zeebodem. ‘Op het strand,’ gaat hij voort,
‘vind ik de verhalen waarmee alle verhalen beginnen, de Odyssee, het Gilgamesh epos,
het hele zootje.’
Ik weet
waar hij het over heeft: zoals van degenen die in de toekomst onze plaats
zullen innemen, is zijn huis dat van de geest, waar hij met lichte stap
voortschrijdt, ‘schatgravend, met achter hem het gerinkel van glasscherven, het geklikklak van hoeven,’ en overal thuis
waar de muziek van de zee hem heen zal voeren.
Terwijl
ik hem in mijn open armen ontvang, hoor ik hem deze woorden uitspreken: ‘Ik zou
zo zeggen dat de Witte Godin hiermee te maken had.’
[Citaten uit de Engelstalige bundel Frequently adrift van L.Th. Lehmann en
uit The Silent World van kapitein
J.Y. Cousteau]
Levensbloed
1.
Vita Exsanguinis
Zij was
een tijdlang in het huis geweest, bewegingloos, stil, soms dichtbij de dood, al
bleef zij de dingen en klusjes doen die men het huiselijk leven noemt. Toen de
verhuizers eenmaal vertrokken waren, zat zij lang en hard te piekeren of ze de
voorwerpen zou uitpakken die de schipbreuk van haar vorige leven hadden
overleefd. Die leken op de artefacten in musea uit de vorige eeuw, die de
klinische herinrichtingen, waardoor alle energie uit levende ruimten worden afgevoerd,
nog niet hadden ondergaan.
Haar
spullen waren ondanks alles dingen die een zorgvuldige catalogisering verdienden.
Ze had besloten dat die artefacten, als het ooit nodig mocht zijn, een nieuwe
archiveringsmethode vereisten, een classificatiesysteem dat niet was afgeleid
van de bestaande systemen, zoals ze gebruikt worden in erfgoedinstellingen die
zulke objecten bewaren. Ook haar spullen, voelde zij, waren levenloos gemaakt
door overmatige revisie.
Eerst
zou er een afbeelding, zoals deze, worden opgenomen: elke afbeelding, ongeacht
de voorstelling, bevat namelijk aanwijzingen om het systeem, dat zij van plan
was uit te vinden, met informatie te voeden.
Nieuws
over een totale zonsverduistering, die in een smalle baan over Azië streek,
herinnerde haar eraan dat, zoals altijd gebeurt als je werkt met delen die het
geheel van informatie moeten voorzien, één van die delen een ander deel zou
verduisteren, wat ook te zien was op de afbeelding die ze voor zich had, en zoals
planten ook doen in het geheim. Het is een algemeen bekend feit dat het
verduisteren van het ene object door een ander sommige tevoren onzichtbare
delen van het genoemde object zichtbaar kunnen maken. Dat beschouwde zij als
een essentieel aspect van haar werk als classificeerder.
2.
Bloedonderzoek
Ze was
nog maar net klaar met het uitdenken van dit aspect van het system, toen de
afbeelding uit de lijst viel en om haar heen begon te krullen. Ze had er geen
rekening mee gehouden dat objecten levend zijn, zodat deze plotselinge
verandering van de toestand haar overviel. Onmachtig om meester te blijven over
haar omgeving, gaf zij zich eraan over, werd ontspannen, aanvaardend, open. De
plant die op de afbeelding stond pakte haar bij de keel, deed haar benen uiteen
zodat haar geslacht wat werd ontbloot. Het was een mannelijke plant. Dat wist
zij door zijn kracht en ook door de geur, tegelijk bekend en vreemd, die zijn
gezwollen lid verspreidde. Ze hief haar armen op om haar overgave aan zijn
macht kenbaar te maken en sloot haar ogen.
3.
Transfusie
Al zou
je dat van de afbeelding niet hebben gedacht, toch werd zij op haar rug geduwd.
Met zijn krachtige greep hield hij haar zo, en dwong haar om de illusie in en
uit te gaan. Ze vond die toestand aangenaam, want het maakte zijn tong mogelijk
om voor de hare te spreken.
‘Op is
op, en dood is dood,’ had hij gezegd, toen zij hem het levenseinde van de raccoon-man had verteld, dood gemaakt en
op straat liggend bij de bocht, helemaal gaaf hoewel levenloos.
Zij
schikte zich in zijn woorden en aanvaardde de waarheid. Ze opende haar ogen
terwijl de plantaardige aanwezigheden zich weer terugtrokken in hun lijst. De
wereld keerde terug naar zijn gebruikelijke orde. Toen ze opstond om de kamer
te verlaten, klonk er een stem die deze bekende woorden zong:
En steeds denk ik terug
aan de liefde die je legde op mijn tafel.
Ik zei je nog dat
je niet rond moest blijven lopen in het donker ...
Ja, ik zei je nog
dat het licht steeds aan en uit blijft gaan ...
De suite van de orgasmes
Dat
waren de meest verborgen, maar toch ook de meest geliefde kamers van het huis.
Er waren vele bijzonderheden, maar zelf was zij vooral gesteld op hun mysterie,
en niet op een volledige onthulling en beschrijving. Wat zeker was is dit: alle
orgasmes waren strikt van hem, en elk orgasme was verschillend van vorm. Soms
waren ze van vloeibare huid. Dan weer waren ze als het geruis van het
universum, een constante vloed van zaad. Als ze explosief waren, bij zeldzame
gelegenheden, en alleen in onverwachte geografische plaatsen, kabbelde zijn
buik mee met zijn genot, dat zij altijd beschouwde als het hare, daar het van
haar vroeg om zijn emoties te openen, en zijn wezenlijkheden, die spookachtig
waren en ook weer niet, los te maken.
Het begin van de
taal
Op de
muur van de vestibule van het huis aan de Rue du Château was dit citaat uit
Ovidius’ Fasti geschreven:
Toen de nacht voorbij
was en de hemel eerst begint
Te blozen en vogels
kwelen aangeraakt door dauw,
En de slapeloze
reiziger zijn half opgebrande fakkel neerlegt ...
Hoewel
ze er duizendmaal langs was gelopen, had zij, vreemd genoeg, nooit de moeite
genomen de tekst te lezen, aannemend dat die geschreven was in een taal die van
de hare verschilde. Het was een taal van beelden en symbolen, die zij pas nu,
nadat een lange periode van overgang was voorbij gegaan, kon begrijpen.
De
verwelkomende boodschap ervan, de smachtende toonzetting van de Latijnse stem
die door het Engels heen klonk, gaf deze poëzie een gevoel van het eeuwige, en
deed haar denken aan Rimbauds ‘Klinkers’.
In het
lint van die woorden zat veel verborgen, onder meer de betekenis van data, het
begin van maanden en jaren van geluk die zich aankondigden.
Plotseling
voelde zij zich thuis in de wereld, misschien voor de eerste maal sinds een
aantal eeuwigheden, en ze dankte de onzichtbare hand die de openbaring op de
wand had aangebracht. Ze nam die tot zich en zei tot zichzelf: ‘Twee april, Engelendag’.
Vertaling uit
het Engels: Laurens Vancrevel
______________________________
Beatriz
Hausner is dichteres en poëzievertaalster in Toronto. Haar meest recente
bundels zijn The Seamstress and the
Living Doll (Mantis Editores, Tlaquepaque, Mexico, 2012) en Enter the Raccoon (Bookthug, Toronto,
2012). Haar gedichtencyclus De ideale man
gedichten verscheen in 2010 in Nederlandse vertaling bij Brumes Blondes te
Bloemendaal.
Rik
Lina is tekenaar en schilder in Amsterdam en Figueira da Foz. Hij exposeerde in
2013 leporello’s en kakamono’s bij Arttra Gallery in Amsterdam, en in 2012 in
het Museu Municipal de Espinho in Portugal. In 2012 verscheen van hem het boek Multiversum, een overzicht van eigen
werk (uitgegeven door KadeKunst, Amsterdam).