PAUL CLAES - EEN VOORPROEF UIT PRUFROCK




Volgend jaar zal het een eeuw geleden zijn dat Prufrock van T.S. Eliot, verscheen. De bundel is nog nooit volledig in het Nederlands vertaald. Als vertaler van The Waste Land vond ik het dan ook een aangename plicht deze lacune te dichten.
         Eliots mentor, Ezra Pound, hielp bij het selecteren en rangschikken van de twaalf gedichten, waarvan de meeste al in een tijdschrift of bloemlezing verschenen waren. Zoals de volledige titel Prufrock and Other Observations zegt, gaat het om ‘observaties’: objectiverende waarnemingen door een individu.
         Eliots modernisme breekt met de romantische gevoelslyriek. Poëzie is voor hem niet zoals voor Wordsworth een ‘spontaan overvloeien van machtige gevoelens’, maar een afstandelijke analyse van gefnuikte verlangens. Zoals de personae van Robert Browning zijn de personages van Eliot maskers waardoor de dichter een levensgevoel vertolkt.
De setting van de gedichten dient als sfeerschepping: de troosteloze buitenwereld evoceert innerlijke droefgeestigheid. De decadente salons spiegelen het ongemak van het hoofdpersonage. De mistige atmosfeer van de voorsteden suggereert zijn besluiteloosheid. De avond en de nacht verbeelden zijn sombere stemming, de verwelkte en verschaalde geur van verval zijn levenswalg. Eliot past hier al de methode toe die hij later ‘objectief correlaat’ (objective correlative) zou noemen: de projectie van een subjectief gevoel op de objectieve wereld.

***
T.S. Eliot - Fragment uit het titelgedicht


En de namiddag, de avond, slaapt zo vredig!
Door ranke vingers gestreeld
Slaapt hij… vermoeid… of speelt
Dat hij hier op de grond rust naast ons twee.
Waar haal ik na gebak en ijs en thee
De kracht om het ogenblik tot een climax te dwingen?
Maar al heb ik na wenen en vasten, wenen en bidden
Mijn (lichtjes kalend) hoofd op een schaal zien binnendragen,
Ik ben geen profeet – dat kan ik niet vragen;
Ik zag mij één flitsend ogenblik lang verheven
En ik zag de eeuwige Lakei grinnikend mijn jas aangeven,
En ik was gewoonweg bang.

En had het hoe dan ook iets uitgehaald
Na de kopjes, de marmelade, de thee,
Tussen het porselein, tussen de woorden van ons twee,
Had het iets uitgehaald
Glimlachend met de deur in huis te vallen,
Het heelal samen te persen tot een bal en
Tot een verpletterende vraag te rollen,
Te zeggen: ‘Ik ben Lazarus, die uit de dood
Is opgestaan om je alles, alles uit te leggen’ –
Als iemand die een kussen verschikte achter haar hoofd
Dan zei: ‘Dat is helemaal niet wat ik bedoel.
Nee, dat is niet wat ik wou zeggen.’

En had het hoe dan ook iets uitgehaald,
Had het iets uitgehaald
Na de zonsondergangen en de voortuintjes en de besproeide straten,
Na de romans, na de theekopjes, na de rokken die slepen door de zaal –
Na dit, en wat nog allemaal? –
Het is onmogelijk uit te leggen!
Maar alsof een toverlantaarn zenuwen op een scherm projecteerde:
Had het iets uitgehaald
Als iemand die een kussen verschikte of zich ontdeed van een sjaal,
Zich naar het raam toe keerde
En zei: ‘Dat is niet wat ik wou zeggen,
Dat is helemaal niet wat ik bedoel.’

***
___________________
Prufrock zal dit voorjaar in een tweetalige uitgave met een nawoord van Paul Claes verschijnen bij uitgeverij Koppernik.
Paul Claes (1943) is onder meer classicus, prozaïst, dichter, essayist en vertaler. Tot zijn recente publicaties behoren Ziel van mijn ziel. Elegieën (2015), Plastic Love (2013), Zwarte zon. Code van de hermetische poëzie (2013) en de Franse vertaling van Martinus Nijhoff, Awater (2015).