Meteen nadat
ik mijn ogen voorgoed heb gesloten
doorkruis ik
daar weer wie weet hoe Ferrara per auto –
een grote
metallic sedan van een
buitenlands
merk met grote
doffe ruiten
misschien een
Rolls –
ga ik daar
weer van het slot van de Estes de Corso
Giovecca af
in de richting van het rozerode
kriskrasverkeer
aan het eind van de Prospettiva die intussen
groter en
groter wordt binnen de gewelfde
rechthoek
van de voorruit
De chauffeur
met de hoge, stijve boord recht voorin
wist
ongetwijfeld prima waar hij heen moest en ik
peinsde er
ook niet over om hem eraan te herinneren
verlangend
als ik was om links de San Carlo-kerk te herkennen
en meer
verderop rechts
die van de
Teatijnen
en
daartegenover al vroeg in een groepje op de stoep
voor
banketbakkerij
Folchini
de vrienden
van mijn vader uit zijn jeugd
de meesten
met brede beige vilthoed op het hoofd sommigen met stok en al
met zilveren
knop in de hand
hunkerend ja
popelend als ik was om de hele Main
Street van
mijn stad op een doodgewone dag in mei-juni af te leggen
zo
halverwege de jaren twintig om kwart voor negen ’s morgens
Bijna
voortgedreven door zijn eigen luxelucht sloeg de Rolls tenslotte
daarginds af
naar de Via Madama en kort daarop naar de Via
Cisterna del
Follo
en op dat
moment was ik nog maar tien jaar oud
met vuurrode
wangen uit angst te laat op school te komen
ik was het
die op dat exacte moment met zijn boeken onder de arm
huisnummer
één
verliet
ik was het,
die al doorhollend zich omdraaide
naar moeder
die boven uit het raam hing om nog een raadgeving
na te roepen
ik was het
dus, die even voordat hij
uit haar
meisjesblik om de hoek verdween
zijn
linkerhand opstak in een gebaar
van
onverschilligheid en tegelijkertijd
afscheid
Ik had stop
wil roepen naar de stijve
chauffeur en
uit willen stappen maar de Rolls
hobbelde al
zachtjes langs
de
Montagnone, ja, inmiddels
de Poort uit
vloog hij al over brede uitgestorven wegen
die aan
weerszijden volstrekt verstoken van daken waren en volstrekt
onbekend
vertaling
Jan van der Haar
________________________
Giorgio
Bassani (Bologna 1916 - Rome 2000) is bekend van zijn verhalend proza over
Ferrara, zoals in De tuin van de familie
Finzi-Contini uit 1962 en Binnen de
muren (1973). Bovenstaand gedicht is afkomstig uit de bundel Epitaffio (1973-1974); de uitgave van de
integrale vertaling van de bundel door Bassanivertaler Jan van der Haar staat
gepland voor 2019.