JEAN PAUL - 14 AFORISMEN OVER LITERATUUR EN NOG ENKELE OVER IETS ANDERS

–       Allen die slechts voor mensen van één vakgebied schrijven, bijvoorbeeld theologen, schrijven slecht.
–       Zolang een mens een boek schrijft, kan hij niet ongelukkig zijn.
–       De meesten praten origineler dan ze schrijven.
–       De nieuwste gedachte veroudert onder de hand van een gemiddelde schrijver, de oudste verjongt zich onder de hand van een goede.
–       Het is mooier naar een mooie omgeving te kijken dan die te betreden.
–       Een roman is een veredelde biografie.
–       Ik ergerde me over het lawaai van mensen onder me en kon pas in slaap vallen nadat ik erachter gekomen was dat het paarden waren.
 –      Je houdt nog van de plaats van de liefde als je voor de persoon niets meer voelt.
–       Een grappige, jolige schrijver is dat in het begin van zijn boek het meest.
–       Schrijvers verwarren plezier in het maken met het gemaakte en hebben een tijdje een te hoge dunk van zichzelf.
–       De ijdele, zelfingenomen schrijver verraadt zich door zijn held die hij te veel met zichzelf rekening laat houden.
–       Slechte schrijvers moet je voor, goede na hun boeken leren kennen, om de eersten voor hun boeken en de anderen tegenover hun boeken te excuseren.
–       Gebrek aan zwijgzaamheid komt meestal voort uit gebrek aan gespreksstof.
–       Een schrijver toont zichzelf niet volledig in zijn romanpersonage omdat hij nogal wat van zijn trekken over moet houden om aan de andere romanfiguren te lenen.
–       Hoe dan ook zal bij eenzelfde aanleg het onterechte vertrouwen in talenten meer opleveren dan het onterechte wantrouwen erin; het ene spant aan, het andere verlamt.
–       Ik kan me voorstellen dat een echte dichter een echte koopman begrijpt en zelfs hoogacht, maar niet omgekeerd.
–       Boeken zijn alleen maar dikkere brieven aan vrienden.

vertaling Len Denessen
_______________________

Jean Paul, eigenlijk Johann Paul Friedrich Richter (1763-1825), was een Duitse schrijver.