IN MEDIA VITAE
Hier vaart iedere dag een boot voorbij met op
het dek
een uitgelaten menigte van jonge mensen. Het
is zomer,
van ver reeds hoor je dansmuziek, gelach. Het
zwelt aan
en nog voor ik de boot kan zien, open ik het
venster.
Steeds andere jongelui, maar wat zij doen
verandert niet.
Ze wuiven, joelen en heel even sta ik in het
middelpunt
als ik hen mijn biertje toon, als ik met hen
toost — op wat?
Wat verder maakt de boot een U-bocht en keert
terug.
En ik sta daar nog. Wat zich eerder voordeed,
gebeurt opnieuw.
Zij die aan stuurboord stonden, staan daar
nog en zien mij niet.
Zij die aan bakboord staan, zien me voor het
eerst. Ook ik
ben blijven staan waar 'k stond, drie hoog,
aan 't open raam.
De boot vaart traag voorbij, de muziek, het gejoel neemt af.
Totdat ik hem niet meer zie, alleen nog hoor,
verrassend lang.
***
AVOND
Soms bevangt mij in een bos het idee dat jij
het bent
die mij omringt met struikgewas en hoge
bomen.
Dat jij het bent daarboven die haar licht op
mij
laat schijnen. Je bent het geritsel in het
bladerdek.
Ja, zelfs de weg naar het bos ben jij. En als
ik nog
vertrekken moet, ben jij het die me
vertrekken doet.
De open velden waarlangs ik ga, de koeien in
de weide.
Niets vermag te klein, te groot te zijn — jij
bent het.
Kortom, ook al loop ik daar volstrekt
verloren
en heb ik geen idee van de toekomst die mij
wacht,
jij bent het, zelfs de late avondzon ben jij
als meisje.
Waarom? Ik weet het niet. Ook de weg terug
lijkt
alleen maar naar jou te leiden. Ik kan alleen
maar gaan
naar waar jij bent, je bent de lange schaduw
die ik werp.
____________________
Van dichter en prozaïst Koenraad Goudeseune
(Ieper 23.2.1965 - Gent 9.12.2020) verscheen recentelijk de roman De nuttige last van tragiek.