wij zijn de
rondtrekkende troubadours
mijn jonge vrienden, in
deze winderige wereld
om onze teksten voor te
lezen
voor een onzichtbaar
publiek dat onze taal niet begrijpt
jullie moeten je niet
van streek laten brengen
door het gestotter van
machinegeweren
kom we verbeelden ons
dat het de kaalwang katlagter-vogels zijn
uit
onze jeugd
laten we in een kring
gaan staan
mijn jonge vrienden:
toon mij nog eens
het omslag van mijn
laatste boek
met bedenkingen, de foto
die ik nooit
eerder had gezien, ah,
van dat kind met
kaalgeschoren hoofd voor het oude huis
in de tuin der winden
ik herinner mij nu iets
van die liefde
en dat ik een
onzichtbare hond had
aan een touw om zijn nek
die Zen heette – jullie
moeten niet
gaan lachen mensen
misschien loopt hij hier
nog ergens rond als zwerfhond
die blaft naar maanverstand
en wind
gaan we de teksten nog
repeteren?
jullie moeten je niet
laten opjutten door het gestotter
van een vreemde taal
mijn jonge vrienden: ik
zal elk gedicht
identificeren als eigen
werk opgedragen aan Zen
want de dood is niet
veel anders dan een tuin
als we elkaar in de ogen
blijven kijken
mijn jonge vrienden,
zullen we
ons niet storen
aan het publiek dat de
hond wegjaagt
of niet merkt dat de
stenen ons keer
op keer raken
en luister, dit wil ik
nog zeggen:
laat mij de slotzin
uitspreken:
l’amour est un merdier
de mouches
dat wil zeggen
liefde is een laken van
vergeten
vliegen op een poepdoos
Breyten
Breytenbach © 2017
vertaling
uit het Afrikaans Laurens Vancrevel