BREYTEN BREYTENBACH - PRAATJE VOOR SCHILDERIJEN OP DE AVOND VAN HUN BLOOTSTELLING (BIJ HET AFSCHEID)


        vertaling Laurens Vancrevel
  
Breyten Breytenbach, Autoportrait masqué (acryl op doek)

        – “Het vooroordeel der dingen die zowel met de blik als met het geweten worden geconfronteerd” - Heidegger
        “Maul halten und weiter dienen!

hang nu maar mooi samen
wees niet jaloers op elkaar en zeur niet
om licht en aandacht
ook al is alle ontnachting licht
en duurt het wonder een ééndagsglimp lang

gun elkaar de lol van een kijkje
elke hond krijgt immers zijn kritiekje en zijn maatkostuum 
en alle rotzooi zijn begrinnikende lachje
       
gedraag je met de waardigheid van stille insluipers 
die onder een ander aanschijnsel geboren zijn
toen de vogels nog allochtonend kwetterden 
en het atelier aan de overkant beheuvelden
al begint de heuvel nu met sombere plooien
weg te kruipen tussen jullie in

erger je niet wanneer kijkers
voor jullie stilstaan en dan giechelen
en de draak met jullie steken –
wat weten die lui tenslotte
van hun slepende ziekten die tot uitbeelding komen –
en hoe zouden zij jullie gebreken kunnen lezen?
jullie zijn misschien wel wat ouder en meer doorkneed
in het na-apen van Europese frutsels
maar jullie moeten toch eens kijken naar de nieuwelingen
van Afrikaanse bodem
die nog niet zijn ingelijfd
bij de openbare onzedelijkheden

bij deze geef ik jullie over aan de ogen van vreemden
eigenlijk belichamen jullie wat dood is en voorbij
maar misschien is er een tweede leven
voor degenen die geadopteerd
in een onbekende omgeving terecht komen
onder andere namen
met andere woorden
terwijl bezitters en bekijkers allerlei uitleg
en verslagen daaruit aflezen
maar wat maakt het uit waar jullie vandaan komen?

stoor je daar niet aan
de Here weet dat het in ieder geval
beter is dan om terug te moeten keren naar het atelier
en daar met je gezicht tegen de muur te staan om te verrekken

wees ervan verzekerd dat jullie niet worden herkend of uitgepeld
van onder de verflagen
want wat begrijpen loerders nu helemaal
van voortleven en van stolling?

stop je gebreken weg
zodat de mensen die niet aanzien voor betekenis
achter gebaren zonder kop of staart:
de grauwe oogstaar hier
een klomphand daar...
jullie vuisten zijn zo klonterig geschilderd
maar dat hoeft nog niet te betekenen
dat jullie je handen niet ineen moeten slaan
om samen een mogelijke bezoeker
het hoofd te bieden

wat baat het om sympathie op te wekken?
onthoud dat je van nergens komt zonder een boodschap

wat mijzelf betreft:
geen van ons komt ongeschonden uit de omgang
ook onze oogschellen niet:
als we elkaar weer tegen het lijf lopen
zal ik doen of ik jullie niet ken
al onthouden we vast wel achter de plooien         
jullie en ik
dat de hand die ik op jullie heb gelegd soms onhandig was
(wat weet ik nou van aaien af)                     
maar het penseel was in liefde gedoopt

ik zal vast en zeker in een andere gedaante
elders weer hoereren en incest plegen
met jullie nakomelingen –
en net als nu woorden gaan verdichten en praatjes verkopen 
want dat is niet minder dan het recht
van een oude gek

weet ook dat ik in de nanachtspiegel
de nachtmerrie van berouw zal horen hinniken
en snurken op de heuvel
waar een droom de maan probeert uit te schenken     
en dan van hand tot mond
als een pad verdrinkt in een slok


Niet eerder gepubliceerd
© Breyten Breytenbach 2015